Op 1 mei nam Arja Zanen afscheid als voorzitter van de Adviesraad voor cliëntenbelangen van WijZ, De Kern en Jeugd ggz. Exact tien jaar eerder begon ze als lid van de cliëntenraad van het Riagg. Van Cliëntenraad naar Adviesraad in tien jaar tijd: “Medezeggenschap was nieuw en moest nog erkend worden”, blikt ze terug. “Maar nu staat het.”
Zo dicht mogelijk op de werkvloer
Arja kende Riagg Zwolle via haar kinderen; ze had psychologie gestudeerd en ze zag een oproep voor de cliëntenraad in de krant. Dat was de passende functie precies het goede moment: ze had net afscheid genomen als algemeen studieadviseur aan de Open Universiteit Nederland. “Ik werd al snel voorzitter”, vertelt ze. En dan volgt er een opsomming van fusies: eerst het ontstaan van RiaggZ over de IJssel, die vervolgens samen met de Zwolse Poort en Adhesie fuseerde tot Dimence. En daarna wordt ook De Kern toegevoegd. Als voorzitter van de Cliëntenraad was Arja nauw betrokken bij die fusieprocessen. “En dat ging niet alleen over het belang van cliënten, maar ook over de rol en positie van de cliëntenraad in de nieuwe organisatie.” Arja heeft zich er sterk voor gemaakt om de cliëntenparticipatie van onderaf op te bouwen. “Participatie zo dicht mogelijk op de werkvloer.” En ze kreeg haar zin, maar dat verwoordt ze zelf anders: “Dat hebben we bereikt, als Cliëntenraad, samen met de Raad van Bestuur.”
We hebben bijgedragen aan ontwikkelingen
Zo reageert ze ook op de vraag over haar successen, of die van de Cliëntenraad. Geen concrete overwinningen of persoonlijke winst, maar: “We hebben bijgedragen aan ontwikkelingen van de organisatie.” En die lijst is lang: maatschappelijke dienstverlening wordt binnen de ggz-organisatie meer gezien, er is een cliëntenraad voor De Kern, we hebben bijgedragen aan beleid over veiligheid, aan het terugdringen van wachtlijsten, en dat er in belangrijke ontwikkelingen gedacht wordt aan de cliëntenbelangen. We hebben meegewerkt aan dwarsverbanden tussen de organisatieonderdelen... Het is een kleine bloemlezing uit een lange voorzittershistorie.
In samenspraak met de cliënt
Cliëntenparticipatie is niet gemakkelijk, vindt Arja. “Er een drempel voor mensen om als cliënt naar buiten te treden. Ook als Cliëntenraad horen we daardoor weinig direct van cliënten. We moeten ons daarom goed kunnen inleven in cliënten. Proactief denken noem ik dat.” Tegelijkertijd ziet Arja dat de communicatie tussen verwijzer of hulpverlener en cliënten steeds belangrijker wordt. “Wat vroeger vanzelfsprekend was, is nu een keuze. Misschien kan de psycholoog jou wel helpen, maar ben je toch beter op je plek bij het maatschappelijk werk, of bij welzijn. Die keuzes worden niet alleen meer door de huisarts gemaakt, maar steeds meer door de wijkteams. Wat is daarbij de beste keuze voor de cliënt?” Arja heeft geen pasklaar antwoord, maar wel uitgangspunten: “Keuzes maak je in samenspraak met de cliënt. Het is daarbij belangrijk dat die keuze acceptabel wordt. Dat we niet automatisch bieden waar iemand recht op heeft, maar kijken wat de behoefte is; en dat moeten we goed uitleggen. Maak ook duidelijk dat echt beter worden niet altijd zal lukken, maar dat het streven van de hulpverlening is om een zo goed mogelijke kwaliteit van leven te bereiken.”
Het had ook over de snoepjesfabriek kunnen gaan
De organisatie raakt steeds meer gericht op participatie. Wat dat betreft is Arja tevereden: “Medezeggenschap was nieuw. Maar het is gegroeid en dat was een leuk proces.” Arja doelt met name op de situatie bij De Kern. Zes jaar geleden stapte ze over van de Cliëntenraad van Dimence naar het specifieke terrein van het maatschappelijk werk. “Cliëntenparticipatie moest nog erkend worden. Er was geen onwil, maar onbekendheid. En nu staat het!” Ze voegt er direct een waarschuwing aan toe: “Er moet blijvend aandacht voor zijn. Ook na tien jaar zag ik soms organisatieplannen waarbij ik dacht: ‘waarom wordt de cliënt nergens genoemd, het kan in deze vorm ook over een snoepjesfabriek gaan’. Waar het om gaat is dat de organisatie haar focus houdt op cliënten: we bestaan omdat we willen dat het goed gaat met onze cliënten.”
Dat iedereen tot zijn recht komt
“Het heeft mij veel gebracht en ik heb veel geleerd.” Arja heeft een goede tijd gehad als voorzitter van de Cliëntenraad. “Het is ook goed om afscheid te nemen. Om plaats te maken voor anderen.” Ze lacht: “Maar ik vind het wel weer heel leuk om er zo over te praten.” Dan weer serieus: “Ik vind het zo belangrijk dat iedereen tot zijn recht komt. Daarom heb ik het gedaan.”