“We zijn nu weer met elkaar onderweg.”
“We gingen ook wel bij Peter weg en dan vond ik haar een domme tuthola, en zij noemde mij een biervat.” “Hoe het nu gaat; ik hoop dat we zo samen oud kunnen worden,” zegt Riek. “We hebben het weer heel vaak hartstikke leuk. Maar 1 keer in de veertien dagen gaat er toch weer een kopje door de kamer.”